Stap 5: Uitvoering

Na een lange voorbereiding wordt het tijd om acties te gaan uitvoeren. Een gezonde leefstijl zal nu echt gaan leven bij u op het werk.

Medewerkers mee krijgen

Om uw medewerkers aan te zetten tot actie is het belangrijk om hen de voordelen van vitaliteit beleid te laten inzien.

Acties zijn belangrijk om:

  • iedereen mee te laten doen aan verschillende activiteiten;
  • informatie te geven over een gezonde leefstijl en vaardigheden aan te leren zodat werknemers hun gedrag kunnen aanpassen;
  • te laten zien dat aandacht voor vitaliteit op en rond het werk gezond, leuk en prettig is;
  • met concrete activiteiten aandacht te krijgen voor het achterliggende gezondheidsbeleid;
  • iedereen in het bedrijf in gesprek te krijgen over gezondheidsbevordering op de werkvloer.

Maak het medewerkers makkelijk om te reageren om en/of deel te nemen aan de geplande activiteiten. Probeer bovendien collega’s met diverse functies en achtergronden bij de activiteiten te betrekken. Lopen de acties vlot? Geen betere manier om dat te weten te komen dan door regelmatig feedback te vragen aan alle betrokkenen.

Zoek aanjagers

Het is handig om binnen uw organisatie op zoek te gaan naar ‘aanjagers’ of ‘ambassadeurs’. Dit zijn spontane, extraverte collega’s die:

  • een voortrekkersrol hebben bij de vitaliteit activiteiten;
  • collega’s kunnen enthousiasmeren;
  • goed bekend zijn in de organisatie en veel collega’s kennen;
  • afspraken maken met collega’s over wanneer, waar en hoe;
  • een rondje over de afdeling lopen om collega’s mee te krijgen;
  • het een uitdaging vinden zoveel mogelijk collega’s in actie te krijgen;
  • en daarin volhoudend zijn.

Zorg voor een flitsende start

Zorg voor een flitsende start om het vitaliteit beleid onder de aandacht te brengen. Laat bijvoorbeeld de directeur of een bekende sporter de aftrap geven. Organiseer in de eerste week een groot evenement om het programma voor de komende periode aan te kondigen. Zo weet iedereen dat de campagne gestart is.

Kies voor de start eventueel een specifieke datum, zoals Werelddag voor veiligheid en gezondheid op het werk (28 april), Wereldgezondheidsdag (7 april) of World No Tobacco Day (31 mei).

Implementeren kost tijd. Medewerkers willen vaak niet overdonderd worden met een hoeveelheid aan activiteiten. Een maandelijkse activiteit of één per seizoen is al meer dan genoeg.

Practice what you preach

Laat bestuur, management en leidinggevenden het goede voorbeeld geven. Goed voorbeeld doet volgen. Door de top van het bedrijf te laten deelnemen aan de vitaliteit activiteiten laat de organisatie het belang ervan zien. Werknemers worden dan gestimuleerd om mee te doen, want leiders zijn vaak een inspiratiebron.

Heldere communicatie

In deze stap is heldere en wervende communicatie cruciaal. Alleen met duidelijke communicatie kunt u mensen motiveren en aanzetten tot actie. Maak een duidelijke presentatie over het actieplan en presenteer jullie ideeën op een enthousiaste manier.

Leg het plan in detail uit: wat is het plan? Hoe kwam het tot stand? Wie werkte eraan mee? Welke activiteiten staan op de agenda? Communiceer via verscheidene kanalen over de locatie en het tijdstip van de acties. Maak bij voorkeur een kalender die alle activiteiten bundelt en de medewerkers een duidelijk overzicht geeft. Communiceer over de actie aan de hand van posters, flyers of filmpjes.

Eensgezindheid binnen de werkgroep is cruciaal. Spreek af op welke manier jullie zullen communiceren. Het beleid een leuke naam en logo geven, is hier ook absoluut een meerwaarde.

Stuur bij waar nodig

Grijp regelmatig terug naar het actieplan om te kijken of alles loopt zoals het moet. Als u bijvoorbeeld merkt dat de actie zijn doel niet bereikt, vraag u dan af of het nodig is om ze bij te sturen. Waarschijnlijk komt u onderweg weleens hindernissen tegen, zoals:

  • onvoldoende tijd en middelen
  • lage participatie
  • onvoldoende steun van de sleutelfiguren
  • verminderde motivatie in de werkgroep
  • gebrek aan monitoring van de uitvoering

Bepaalde groepen voelen zich altijd minder aangesproken en nemen misschien minder snel deel aan activiteiten. Voelt u dat u niet iedereen bereikt? Probeer dan eens een laagdrempelige actie uit, zoals een infoavond of een workshop.

> Ga verder met stap 6